Vandaag vier ik een klein intern feestje. Want precies 20 jaar geleden, op 15 juni 2002, opende mijn eerste expositie in Beeldentuin De Booghgaard. Het betekende de start van een zoektocht die me naast mijn podiumactiviteiten veel voldoening geeft. Ineens ontstond er naast het zingen een ander kanaal waarin ik me eveneens kon uiten. De vluchtigheid van het zangersvak kreeg aarde. Nu, 20 jaar later, is het estafettestokje voor 95% overgenomen en werk ik hoofdzakelijk als beeldhouwster. Het is mijn hoofdvak geworden, een vak waar ik, net zoals van het zingen, enorm van ben gaan houden.

Bij het boetseren is muziek mijn grootste muze. Al zingend zie ik vaak beelden voor me en word ik aangeraakt. Mijn rugzak zit boordevol liederen, oratoria en opera's. En boordevol ervaringen en associaties die ik in mijn zangcarrière heb verzameld. Een innerlijke reis door een muzikaal landschap. En of ik nou wil of niet, dat wil er allemaal uit wanneer ik bezig ben in mijn atelier. En daarbij is transformatie steeds het sleutelwoord. In de zangkunst is dat het omvormen van een gevoel tot een vluchtige klank en in wezen ervaar ik beeldhouwen als een soortgelijk proces, ditmaal echter in een vaste, blijvende materie: oermaterialen als klei en brons. En dat voelt zo goed! Boetseren is voor mij als zingen in klei, datgene in materie zichtbaar proberen te maken dat onzichtbaar lijkt.

En al die jaren heb ik een dierbaar motto:
'Achter de werkelijkheid
ligt een andere dimensie verborgen
Als ik daar een glimp van mag opvangen
ben ik gelukkig'

Ik voel een enorme dankbaarheid dat dit tweede vak in mijn leven is gekomen. Tijd om even bij stil te staan. En het was reden voor het maken van een nieuw boek. Een overzicht van twintig jaar beeldhouwen. Hier is de link, je kunt er online in bladeren.

BOEK: