Rusalka is een waternimf en dat is niet handig wanneer je verliefd bent op een mensenman. Wat op zich weer een handig gegeven is bij het schrijven van een opera. Want een ongelukkige liefde is namelijk altijd goed. Koren op de molen van de componist, het levert een libretto met drama op.

In de opera Rusalka van Antonín Dvořák zingt Rusalka haar 'Lied aan de maan', waarin zij, badend in het meer, haar gevoelens uit aan de maan. Nooit zal zij haar geliefde kunnen bereiken, want haar vader, de Watergeest, heeft haar verboden met hem om te gaan. Het is een wereldberoemde aria geworden, die bol staat van weemoed, verlangen en passie. 

Op een dag kreeg ik een onooglijke plastic lampenkap uit een schuur. De bol was van plexiglas, vergeeld en beschadigd. "Hiek, misschien kun jij hier nog iets mee?". De eigenaresse van de lampenkap vertrouwde mij toe dat ze de lamp zelf ook altijd heel lelijk had gevonden. Maar haar echtgenoot was zó enthousiast thuisgekomen met de lamp dat ze er niets van had durven zeggen. Jarenlang had de plastic maan in hun achtertuin geschenen. Inmiddels leeft haar man niet meer en belandde de lamp stante pede in de rommelschuur.

Ja, ik kon er wel wat mee. Het was een perfecte basis om op te boetseren. Maar wat? Ik dacht aan de maan en hoorde inwendig de melodie van de maanaria van Dvořák. Eureka, thema gevonden!

Maar hoe beeldhouw je gevoelens aan de maan? Zingen is vluchtig, maar bij beeldhouwers gelden de wetten van de zwaartekracht. Tastbaar moest het worden en dus besloot ik dat Rusalka haar eigen maan mocht omarmen. Stilletjes, zonder zucht, zonder klacht, zonder zang. Verdrietig liggend, voelend, een stil lied aan de maan.

 

Titel: Rusalka

Materiaal: brons

Oplage: 8 van 8

Muziek: Fragment van de maanaria, gezongen door Renée Fleming