Ooit heb ik mezelf een keer het ziekenhuis in geslagen met mijn eigen kunstwerk. Dat krijg je ervan als je je bezig gaat houden met een krachtveld. 

Het kunstwerk waaraan ik werkte bestond uit 66 vuistjes van gips, die elk beschilderd werden tot een symbolische kracht. Maanden was ik bezig met de vuistjes, het atelier was een waar slagveld geworden. Ik vroeg me in die tijd af hoe wij mensen ons staande houden in deze hectische wereld. Hoe kwetsbaar zijn we, wat komt er zoal op ons af? En uit welke positieve krachten haal je letterlijk de kracht om met negatieve krachten om te gaan?

Het veld breidde zich uit, elke dag kwamen er vuistjes bij en het was een sport om te zorgen dat de positieve krachten in de meerderheid bleven. Tegenover de dood kwam geboorte te staan, tegenover haat de liefde, tegenover ziekte genezing, tegenover oorlogsgeweld vrede, tegenover ongeluk geluk, etc.

De vuistjes kregen een pen en werden op een houten paneel gepind. Klaar om in te pakken en naar de galerie te brengen. En daar ging het mis. Ik trok aan een vuistje, het schoot ineens los en belandde met een dreun tegen mijn kaak. Schrik, mijn kin moest absoluut gehecht. En verbijstering, want wat bleek? Uitgerekend het vuistje dat symbool stond voor ‘ongeluk’ was de boosdoener. Op het vuistje stond zelfs een afbeelding van een dokter.

'En mevrouw Meppelink, wat is er precies gebeurd?' vroeg de arts in het Spaarne Ziekenhuis. 

Tja. Leg dat maar eens uit...

 

Titel: Krachtveld

Materiaal: crystacast, verf, papier & bootlak op houten paneel

Oplage: unica

Jaar: 2006