Wekelijks teken ik naar levend model. Zoals zangers vocalises nodig hebben is tekenen een etude voor het beeldhouwen: studies maken van de anatomie, de essentie van een stand zoeken, volumes en lijnen aftasten, oog-hand coördinatie trainen, kijken, kijken, kijken. En vooral: heel veel vlieguren maken.  

Eind jaren 90, toen ik net begon met dit alles, ontdekte ik per toeval het spraakmakende atelier van Anton Assies. Zijn atelier ‘De Manufactuur’ aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam bood onderdak aan ontelbare kunstenaars en modellen. De eerste keer dat ik er binnenliep keek ik mijn ogen uit. Wow, dit was geweldig! Een bonte mengeling van geur, kleur en geluid kwam je tegemoet. Het rook er naar katten, wiet en wierook en overal stonden potten, pannen, planten, ezels en tafeltjes met stillevens. Er was een klein podium, er hingen kleurige lappen, er was een oude sofa en de muren hingen vol met tekeningen en gobelins. Een heerlijke creatieve chaos. Hier kon je naar hartelust experimenteren, alles kon en mocht en ik zoog het allemaal in me op.

De hele wereld was er welkom en Anton plukte de meest uiteenlopende types van de straat. Modellen met klinkende namen als Margaritha d’Amore en Rooie Sien. Hij beschreef ze in zijn modellenboekje met: Braziliaanse tapdanseres, Egon Schiele figuur, Japanse met piercing, meisje met de konijnentanden. En altijd verzon hij bij ieder model passende muziek. Soms veel te hard, dan weer een kras in de plaat. Turkse muziek, Flamenco, klezmer, maar ook de meest afgrijselijke schlagers kwamen voorbij.

Anton zelf was groot, flamboyant gekleed, bewoog zwierig en had een welluidende stem, waarmee hij je begroette met een hoge jodel: Hoeoeoeoeoe –oi!!

Maar ondanks dat de hele wereld over de vloer kwam was Anton eenzaam en ongelukkig in de liefde. Hij kreeg last van depressies en op 2 oktober 1998 raakte hij voorbij de angst en heeft hij zichzelf, wellicht onder invloed van het onregelmatig innemen van een antidepressivum, opgehangen aan de balken van zijn atelier, iedereen in verbijstering achterlatend. We waren geschokt. De edelman had ons verlaten en was opgestapt.

De herinneringen aan zijn atelier staan beschreven in het kunstenaarsboek ‘Anton, een streling’. Ik ben blij dat ik deze creatieve sfeer toch een aantal jaren heb mogen proeven. En wist toen al: dit was volstrekt uniek!